Er ligt een boot voor ons klaar om op de Bosporus te varen. We varen eerst langs de Europese kant, daarna langs de Aziatische zijde, tussen twee hangbruggen die Oost en West verbinden. We horen dat er rijke mensen zijn (of op bezoek komen) in Turkije: in sommige hotels kan je in een suite logeren tegen 30 000 euro per nacht.
Het laatste bezoek is aan de Chorakerk, nu een museum. Er zijn prachtige mozaïeken over het leven van Maria en van Jezus, op basis van ‘volksverhalen’ volgens onze gids Ismaël, op basis van het niet-erkende evangelie van Jacobus volgens reisleider Hans. De geboorte van Maria is er afgebeeld, maar ook een aantal evangelieverhalen. Er is o.a. een mooie verrijzenismozaïek en ook Paulus staat er.
We gaan vis eten in een restaurant langs de kustlijn. Vissen zegt iemand, zijn symbool voor Christus; het Griekse woord voor vis (ichtus) is inderdaad een verwijzing naar Hem.
Onderweg naar de luchthaven neemt gids Ismaël afscheid van ons. Hij noemt ons ‘broeders’; “Wij bidden tot dezelfde God”, zegt hij.
In de luchthaven is het wachten tot een uur of zeven, voor ons vliegtuig vertrekt. Het is half acht voorbij eer het opstijgt. We komen rond kwart voor tien aan in Brussel: dankjewel aan iedereen en tot …
Lieve lezer, ook aan jou: dank voor je belangstelling.
Afsluiting van de eucharistie: we zingen het Weesgegroet. |
Op de boot over de Bosporus. Op achtergrond: een van de hangbruggen. |
Mozaïek in Chora: Maria en Jozef bij Quirinus, landvoogd van Syrië, voor de volkstelling. |