We
vertrekken met acht aan het doorkijkkerkje van Borgloon. We zijn met acht: Luc
(begeleider), Leen, Brigitte, Anita, Rita, Katelijne, Hilde en ikzelf. In het
doorkijkkerkje voelen we plots de wind: waait daar de Geest doorheen? Het is
mooi om dat te voelen. Het is een open kerkje: zoals deze week open voor ons
ligt. We mogen open staan voor hetgeen er met onze ziel gebeurt. De ziel, zegt
Luc, “dat plekje waar je verbonden bent met het Grote Geheim van het leven en
dat bezieling brengt in je leven”.
Met
een pelgrimszegen gaan we op weg, op tocht, op tocht naar binnen. We stappen
over de Romeinse heirbaan, ergens tussen Tongeren en Tienen, waar de ‘Romeinse
kassei’ nog een goede wandel- en fietsweg is. Rechtdoor … om ook voor jezelf
niet om je hart en ziel heen te gaan: om aan te pakken wat er in mij leeft.
Vertragen,
verstillen, vereenvoudigen? Ik probeer letterlijk te vertragen, in tragere pas
te gaan, en bewuster te ademen. Dat vergeet ik dikwijls. Verstillen gaat … niet
spreken, maar de omgeving laten spreken. Vereenvoudigen: genieten van de appel
die ik als dessert eet na mijn boterhammen (met dank aan de cafévrouw die mij
een schilmesje gaf), aan het dorpsplein van Mettekoven.
We
passeerden onderweg aan de Tjenneboom en het beeld van Tjenne, de heks die een
monument heeft gekregen. Een vrouw om nu - naar op te kijken.
We pauzeren bij de 'dries', het dorpsplein van Mettekoven, met vriendelijke ontvangst dus op het caféterras.
Bij
de kapel van Helshoven krijgen we een oefening rond ‘Maak je geen zorgen rond
eten en kleding, zoek eerst het Rijk Gods’: wat maakt mij gelukkig, en, wat is
belangrijk genoeg om mij zorgen over te maken? En vallen beide niet gelijk?
Onderweg besef ik plots: 15 jaar geleden was ik nu op weg naar Compostela, ter
gelegenheid van mijn jubileum. Nu is er weer een jubileumjaar … en ik ben weer
op pelgrimstocht. Het stemt mij dankbaar. Dit had ik niet voorzien … Het stemt
mij gelukkig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten