We
vertrekken met de auto en rijden tot Jesseren kerk. Het eerste stukje
wandelweg, achter de kerk, is nieuw van dit jaar. Wij stappen het als het ware in.
Op deze vierde dag proberen we een diepe grond van vertrouwen te vinden, naar
de verschillende dimensies van het mens zijn. Het basisvertrouwen kunnen we
verankeren in de schepping, in mensen naast ons, in God.
Bij
de drie grote levensdraden stilstaand, wandelen we in stilte, onder een blauwe
hemel, met hier en daar een witte wolk. Ik merk dat ik vooral stilval bij het
vertrouwen in God. Hij is op zovele manieren mij welgezind. Hoe zouden anders
zoveel dingen uit mijn leven zo goed in de plooi vallen? Hoe zouden anders
zoveel kostbare mensen mij omringen? Hij is er en ik mag erop vertrouwen dat
Hij mij niet in de steek laat.
De
kerk van Haren is een pauzeplek voor ons. De kerk zelf is dicht en er zijn twee
graven van telkens een Dieu. Is God hier begraven en is daarom de kerk
potdicht?
In
Gors-Opleeuw nemen we middagpauze, in de voormalige pastorie, die nog wel de
naam ‘De Pastorie’ draagt en nu een van de afdelingen van ‘De Wroeter’ herbergt,
een maatwerkbedrijf voor mensen met een beperking. Dan gaat de tocht richting
Kolen. Onderweg is er bezinningstijd rond de tekst ‘Ik ben de wijnstok, gij de
ranken’.
Het
vers ‘Los van Mij kunt gij niets’ treft mij: al wat ik doe als priester, heeft
vruchtbaarheid als het gebeurt in de geest van Jezus. Die geest van liefde moet
mij aangrijpen en mijn ziel vervullen: dan kan Hij rondom mij gaan leven. Ik
maak weer goede voornemens, om meer tijd te steken in mijn band met Hem. Het
kunstwerk “De kloostergang” (tegenover de abdij van Kolen) nodigt uit om Gods
liefde en de wereld telkens weer met elkaar te verbinden.
’s
Avonds vieren we eucharistie. Ieder van ons biedt, zoals eens de wijzen uit het
Oosten, geschenken aan, aan God en aan elkaar. Er is veel dankbaarheid en er
wordt gebeden in vertrouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten